Betaalbare energie: een kerntaak van de overheid

In het debat rond onze energiebevoorrading is er opnieuw wrevel ontstaan. Vlaams minister van Energie Melissa Depraetere liet zich scherp uit over het voorstel van Fluvius-CEO Frank Vanbrabant om de nettarieven op de stroomfactuur op te trekken. “We gaan elektriciteit net goedkoper maken de komende jaren,” klonk het in HLN. Een gedurfde uitspraak, maar ook een noodzakelijke ambitie. Want toegang tot betaalbare energie is geen luxe — het is een basisvoorwaarde voor een goed functionerende samenleving.

Energie: de zuurstof van onze economie

Een betrouwbare en betaalbare energievoorziening is een kerntaak van de overheid. In een moderne economie moeten burgers en bedrijven op elk moment toegang hebben tot stroom, zodat ze kunnen produceren, innoveren en groeien. Dat geldt des te meer in uitdagende geopolitieke tijden waarin energieafhankelijkheid ook een strategisch risico vormt.

Minister Depraetere slaat de nagel op de kop: we mogen onze energievoorziening niet uit handen geven — en al zeker niet aan regimes die onze waarden niet delen. Energie is niet zomaar een marktproduct. Het is een hefboom voor zelfstandigheid, veiligheid en welvaart.

Van gasbrander naar warmtepomp, van diesel naar elektrisch

Tegelijk is er een structurele transitie aan de gang. Onze samenleving elektrificeert in hoog tempo. Woningen schakelen massaal over van gasketels naar warmtepompen, vaak in combinatie met zonnepanelen. Ons wagenpark evolueert richting elektrisch rijden. Die twee ontwikkelingen alleen al zorgen voor een forse stijging in de vraag naar elektriciteit — een trend die zich de komende jaren enkel zal versterken.

Dat deze stijging eraan zat te komen, is geen verrassing. Beleidsmakers zagen het aankomen. Het was hun opdracht om hier proactief op te anticiperen.

Wie betaalt de rekening?

Vandaag kondigt Fluvius aan dat de nettarieven omhoog moeten om te kunnen investeren in zwaardere netinfrastructuur. Dat is logisch: de energietransitie vraagt grote investeringen. Maar dan dringt zich een fundamentele vraag op: wie betaalt de rekening?

Overheden hebben geen eigen middelen. Elke investering wordt gefinancierd met belastinggeld – het geld van werkende burgers en ondernemingen. Als er geen financiële buffers zijn, zal de kost uiteindelijk toch op het bord van de burger belanden — of het nu via hogere nettarieven, gemeentelijke bijdragen of andere sluipwegen gebeurt.

‘Il faut se donner les moyens de ses ambitions’, zeggen de Fransen. Vrij vertaald: als een overheid keuzes maakt, moet ze ook zorgen voor de middelen om ze uit te voeren. Doet ze dat niet, dan wordt beleid hol en vrijblijvend.

Inefficiënt bestuur

Dan is er nog de structuur van Fluvius zelf. Wie denkt dat we te maken hebben met één compacte netbeheerder, vergist zich. Fluvius is opgebouwd uit een kluwen van negen netbeheerders, met samen:

• 147 bestuursmandaten

• 233 toelichters

• 365 leden in regionale comités

  
  

Oftewel: 745 mensen die betrokken zijn bij de aansturing van een netwerkbedrijf dat zelf geen energie produceert, maar enkel het net beheert. De vraag dringt zich op: is dit efficiënt bestuur? Of een log overheidsvehikel dat meer kost dan het opbrengt?

De belastingbetaler mag hopen dat elk van deze mandaten daadwerkelijk bijdraagt aan een beter en betaalbaarder energienet.

Tijd voor keuzes

Bij Reset Belgium pleiten we voor een overheid die heldere keuzes maakt. Die haar kerntaken ernstig neemt, middelen verstandig inzet en bestuur efficiënt organiseert. Betaalbare energie hoort daar absoluut bij.

👉 Een toekomstgericht beleid investeert vandaag in de infrastructuur van morgen — transparant, efficiënt en ten dienste van de burger.

Wil je meedenken over hoe we België eerlijker, eenvoudiger en sterker kunnen maken?

Volg Reset Belgium en blijf op de hoogte van ons pleidooi voor een modern beleid.